Masters of Hardcore ging om de tafel zitten met Marc Out, Lindsay van den Eng, Dana van Dreven en Melvin Pelupessy. Een lang gesprek dat zo de moeite waard was, dat we het gesprek in twee delen knippen. Deze week lees je over de basis voor het huidige succes van de hardcore, de vrouwenemancipatie en het ‘Masters-gevoel’.

Het is een donderdagmiddag, en we spreken af in de huiselijke sfeer bij de artiesten thuis. Ver van alle drukte van het nachtleven vinden we onderdak in een rustig dorpje in Noord-Holland. Niet bepaald de plek waar je al helemaal in de beukende sferen van Masters of Hardcore terecht komt. Hoe leven deze vier artiesten naar het evenement toe? “Ni et arrogant natuurlijk, maar we hebben allemaal al heel veel grote evenementen gedaan,” aldus Outblast: “Echt er naartoe leven doe ik eigenlijk pas de week van tevoren, dan begint het te kriebelen. Er is dan ook sprake van een stukje gezonde spanning ja.” Voor Dana geldt dat ze voornamelijk grote hardstyle-gigs doet, maar zij ziet het ook niet als extra spanning. “Ik loop al zo lang mee, ik ben eigenlijk vanaf de allereerste Masters of Hardcore-feesten vanaf 1995 erbij betrokken.” “Ja dat klopt ja,” vult Marc aan: “Jij stond op de mainstage toen ik nog in zaaltje 2 stond haha!” Hoe hebben ze zelf die groei ervaren? “Als ik naar mezelf kijk, ben ik eigenlijk meegegroeid met het concept. Toen Masters groter werd, groeide ik mee. Vanuit de kleinere zaaltjes van de Hemkade kwam ik in 2001 onder contract bij Masters of Hardcore, de nieuwe generatie Masters heb ik heel bewust meegemaakt. Begin 2000 was Masters of Hardcore in de Hemkade hét feest: qua grootte en de hoeveelheid mensen die daarop afkwamen, waren dat de grootste feesten. Toen ze naar het Beursgebouw gingen, was dat helemaal nieuw voor mij. Het werd steeds groter en er stonden steeds meer mensen.”  Ze zitten er alle vier energiek bij, en we constateren eigenlijk al snel dat er vier generaties hardcore-DJ’s aan tafel zitten: Dana is er bijna vanaf het begin al bij, The Viper kende zijn opkomst vanaf 1997 dankzij zijn Babyboom-hits, Outblast borrelde via de underground op sinds 2000 en Korsakoff is de exponent van de nieuwe hardcore anno 2004.

DIP BASIS VOOR SUCCES

Hoe was die mindere periode voor Dana en The Viper? Ik heb die dip zelf nooit heel erg meegemaakt,” aldus Melvin: “Ik had in 1996 pas mijn eerste plaat uit.” Dana: “Ik heb die dip wel heel bewust meegemaakt, dat was heel raar. We hadden gelukkig wel nog een kleine scene, o.a. in Amsterdam waar het gewoon doorleefde. Masters Of Hardcore gaf het gelukkig ook nooit op.” Daarnaast roemt Outblast de nieuwe generatie producers: “Door jongens als Catscan, Promo, Armageddon Project, Angerfist en Endymion had je een heel nieuwe lichting die met het nieuwe geluid kwam.” Is de dip dan eigenlijk de basis van het succes geweest? “Ja: er was ruimte voor nieuwe artiesten, er waren veel mensen die hun horizon gingen verbreden.” Dana: “Er kwam ook een nieuwe kijk op de hardcore. Hardcore was natuurlijk altijd een stroming waardoor je je tegen de rest af kon zetten. Door die hele happy hardcore werd het te commercieel, daardoor ontstond ook ruimte voor nieuwe geluiden.” “Er was een gebied voor nieuwe jongens en meiden…”

VROUWENEMANCIPATIE

Meiden: we willen het er niet al te lang over hebben, maar toch ontkomen we er niet aan. Al sinds jaar en dag is het op de een of andere manier ‘uniek’ dat vrouwen hardcore draaien. Vooral in de jaren ’90 was het een groot issue. Dana was toen eigenlijk de enige die echt de top wist te bereiken. Op de vraag wat ze vindt van de huidige vrouwelijke top is ze vrij resoluut: “Hè hè, dacht ik, ein-de-lijk eens wat meiden met ballen erbij! Begrijp me niet verkeerd, ik doe nu bijna zestien jaar interviews en elke keer kwam het ‘hoe is het als vrouw’-verhaal. Op een gegeven moment heb je dat wel gehad hoor. Ik ben nu wel blij dat we het er over hebben, nu er eindelijk nog een paar anderen zijn als DaY-már en Korsakoff.” Korsakoff: “Mensen denken ook vaak dat er een soort concurrentie is, maar we drinken net zo lief een drankje met elkaar als met de mannen hoor! Ik snap ook niet waarom iedereen dat altijd blijft denken…” Outblast: “Nou ja, waarom willen mensen twee halfblote vrouwen in de modder zien worstelen?” Uit drie kelen klinkt collectief: “Nou, dat weten wij wél hoor hahaha!” Dana: “Ik wil er gewoon eens een keer positief naar kijken.” Dat doen wij ook wel dan: het is namelijk de eerste keer dat er twee vrouwen back-to-back draaien op een groot evenement. Er wordt ook heel positief op gereageerd in de scene. “We hebben al wel vaker samen gedraaid in clubs, maar nog nooit op een groot evenement. “In eerste instantie dacht ik ‘moet dat nou weer, dat meisje – meisje’, maar nu vind ik het wel een leuk idee ƒº”, aldus de veterane Dana. “Maar het maakt me verder ook gewoon niet uit of ik nou met een man of een vrouw draai.” “Maar het is voor het publiek wel leuk om te zien,” zegt Melvin: “Daar gaat het ook om”. Korsakoff: “Die meiden in de zaal, die denken dan: “Hey, dat zou ik ook kunnen!”.

DOWN TO EARTH CULTUUR

Het valt enorm op dat de sfeer tussen de vier DJ/ producers zéér ontspannen is. Ze omschrijven elkaar als ‘down-to-earth’ en ‘zeer makkelijk in de omgang’. Iets wat sowieso erg typerend is voor de artiesten in de hardcore scene. Is daar een verklaring voor? Dana: “Het is een stukje cultuur. Wij zijn allemaal vrienden. Een goed voorbeeld is wanneer we in Spanje zijn, dat we altijd met alle collega’s van de hardere stijlen gaan eten. In andere genres zie je dat niet, daar zitten ze met hun vriendin of manager aan tafel.” Outblast: “Ik was in ’95/ ’96 met m’n kale bats op de dansvloer in m’n Aussie. Je voelt die hardcore. Wij doen dit ook met z’n allen en we willen met z’n allen naar een hoger platform. Dat is in andere scenes gewoon anders. Ik zie ‘ons’ vaak genoeg op de dansvloer tussen het publiek een biertje doen, dat is bij ‘hun’ ook niet zo snel.” Dana: “De pers is voor hardcore ook heel anders dan voor house en trance.” “Outblast: “Toch is dat frappant hè, als wij draaien in clubs staat er 500 man, terwijl er bij een house-dj soms maar 20 man staat.” Een ander goed voorbeeld komt van Korsakoff: “Als ik een interview heb, is één van de eerste dingen die ze vragen: “Hoe zit het met drugsgebruik?” en “Hoeveel mensen hebben er nog een kale kop?”. Het beeld van de nineties blijkt ruim tien jaar later nog steeds niet veranderd bij de massamedia.

DE DANSVLOER SPREEKT

Het gebrek aan waardering vindt niet alleen plaats in de pers, maar ook in de scene zelf. Aan tafel zitten twee DJ’s die regelmatig op internet de Kop van Jut zijn. Vinden zij dat er een gebrek aan waardering is vanuit de scene zelf voor de artiesten? “Waardering vind ik niet op internet, op van die forumpjes ofzo”, reageert Outblast: “Waardering is voor mij dat mijn agenda nog elke week vol zit, dat het op de dansvloeren goed gaat en ik nieuwe leuke mensen ontmoet. Ik begon in 2000 en sindsdien ging het groeien. Op een gegeven moment maak je de stap dat je op Sensation Black en Qlimax staat en maak je een track die enorm goed aanslaat bij een breed publiek. De intentie van “Unleash The Beast” was gewoon een vette track maken. Dan kom je op een bepaald platform te staan en dan ben je ‘even aan de beurt’, maar dat weet je.” Hoe was dat dan vroeger? “Nou, dat was er gewoon niet”, aldus The Viper en Dana. “Je had geen internet, dus niemand zat op die forumpjes.” Korsakoff: “Als mensen op mij afstappen van: Hey, door “Unleash The Beast” ben ik naar hardcore gaan luisteren… Dát is waardering!”Je mag in Nederland er niet bovenuit steken is de collectieve conclusie. Dana komt vervolgens met een prachtige uitspraak om het af te sluiten: “Weet je, voor mij spreekt maar één ding, en dat is de dansvloer.”

MASSAAL LOSGAAN

Het is inderdaad zo dat bijna alle hardcore artiesten zeer makkelijk te benaderen zijn. The Viper komt daar nog even op terug: “Mensen die naar hardcore-feesten gaan, komen ook echt voor de DJ en de muziek. In andere scenes is dat ook anders, daar is het meer ‘ik wil gezien worden’ en ‘kijk eens naar mijn kleding’.  Dana: “Er is daar ook een heel andere sfeer op parties.” “Mensen gaan inderdaad echt voor de muziek”, zegt Korsakoff. “Dat is inderdaad wel grappig”, merkt Outblast op: “Ik heb vrij ruimdenkende ouders en die heb ik ook wel eens meegenomen. Die zien dat spektakel: dat massale losgaan, dat zie je niet in de house. Mijn ouders snapten dat: die vonden dat zó tof om te zien.”
Is dat massale, eensgezinde ook hét Masters-gevoel? “Ja”, klinkt uit vier monden. “Ik doe heel veel dingen, maar er is één feest waar het echt massaal is voor mij, en dat is Masters”, vult Outblast aan. Opmerkelijk is dat tijdens zijn uitleg er ook een soort vuur in zijn ogen ontstaat, de pure passie voor hardcore knalt uit zijn gezichtsuitdrukkingen: “Als ik op de main sta van Masters: massaal klappen, massaal schreeuwen, massaal aanstekers in de lucht: dát is Masters!”

Volgende week deel 2 van het gesprek met Outblast, Korsakoff, Lady Dana en The Viper. We kunnen vast verklappen dat het zeker de moeite waard is om volgende week terug te komen voor gepeperde discussies over de hardcore anno 2009.Check dus snel weer http://www.mastersofhardcore.com